Aangifte van werken bij de RSZ: hoe gaat dat in zijn werk?

Aangifte van werken bij de RSZ | Traxxeo

In België moeten bepaalde werkzaamheden vooraf worden aangegeven bij de RSZ, de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. Elke onderneming die deze verplichting niet nakomt, riskeert zware sancties. Maar hoe doet u dat? Ontdek er alles over in dit artikel.

Wat is de aangifte van werken en wie is verantwoordelijk voor Check In At Work?

Met de verklaring van werken kunnen aannemers de sociale zekerheid en andere inspectiediensten in één keer in kennis stellen van de uitgevoerde werken en van alle informatie op de bouwplaats die de verschillende diensten nodig hebben.

De inspectiediensten die deze informatie nodig hebben, zijn de RSZ, de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en het CNAC (Nationaal Actiecomité voor de Veiligheid en de Hygiëne in de Bouw).

Net zoals de verplichte aanwezigheidsregistratie voor bepaalde werken (zie Check In At Work) heeft de aangifte van werken tot doel de sociale rechten van de werknemers te beschermen en sociale fraude en oneerlijke concurrentie te bestrijden.

Wie moet de aangifte van werken opstellen?

De aangifte moet worden ingediend door de hoofdaannemer aan wie de opdrachtgever (de directeur) de uitvoering van het werk heeft toevertrouwd.

Wanneer moet de aangifte worden opgesteld?

De aangifte moet worden opgesteld vóór de aanvang van de betrokken werkzaamheden. In geval van werkzaamheden met asbest moet de aangifte ten minste 14 dagen voor de aanvang van de werkzaamheden worden ingediend.

Hoe stelt u een werkaangifte op?

De werkaangifte gebeurt voortaan uitsluitend langs elektronische weg. 
De aangever wordt verzocht om alle vereiste gegevens aan de RSZ te bezorgen, via de specifieke portaalsite van de sociale zekerheid.

De betrokken partijen (opdrachtgever, hoofdaannemer en eventuele onderaannemers) ontvangen vervolgens de documenten die de correcte werkaangifte bevestigen.

Voor wie geldt de werkaangifte?

De aangifteplicht hangt af van het soort werk dat wordt uitgevoerd, de totale waarde van het werk en of er al dan niet gebruik wordt gemaakt van onderaannemers.

Welke aangifte van werken geldt in de bouwsector?

Niet voor alle werkzaamheden is aangifte verplicht. De werken waarvoor de aangifteplicht geldt, zijn opgesomd in de wet van 27 juni 1969.

De werken waarvoor de aangifteplicht geldt zijn:

  1. Bouwwerken, zoals opgesomd in art. 30bis (bepaalde land-, tuinbouw- of bosbouwwerkzaamheden zijn bijvoorbeeld vrijgesteld)
  2. De levering van stortklaar beton
  3. Gevaarlijke werkzaamheden die geen betrekking hebben op onroerend goed en een risico inhouden voor de gezondheid of de veiligheid van het personeel, als bedoeld in art. 30 ter

Uitzonderingen: werken die zonder aangifte kunnen worden uitgevoerd

Sinds 2014 zijn bepaalde onroerende werken vrijgesteld van de verplichte aangifte.

De uitzonderingen zijn :

– Werken uitgevoerd door een aannemer die geen beroep doet op een onderaannemer en waarvan het totale bedrag exclusief BTW minder dan 30.000 euro bedraagt
– Werken uitgevoerd door een aannemer die gebruik maakt van één onderaannemer en waarvan het bedrag exclusief BTW minder dan 5.000 euro bedraagt

Voor werkzaamheden waarbij ten minste twee onderaannemers betrokken zijn, blijft de aangifte verplicht, ongeacht het bedrag van de werkzaamheden.

Let op: uitzendbureaus worden hier gelijkgesteld met onderaannemers.

Buitenlandse onderneming: bent u onderworpen aan de aangifte van werken?

Als buitenlandse onderneming die voor een klant werken uitvoert op Belgische bodem, kunt u onderworpen zijn aan de verplichting tot aangifte van de werken bij de RSZ.

U bent mogelijk ook onderworpen aan de verplichting tot dagelijkse aanwezigheidsregistratie, of Checkinatwork.

Om te weten of u al dan niet onderworpen bent aan een van deze verplichtingen, kunt u terecht op de internationale portaalsite van de Belgische sociale zekerheid.

Wat zijn de sancties voor het niet of te laat aangeven?

Het niet naleven van de aangifteplicht kan leiden tot aanzienlijke financiële sancties voor de hoofdaannemer en zijn onderaannemers.

Elke aannemer die het werk niet aangeeft, is aan de RSZ een financiële boete verschuldigd van 5% van het totale bedrag exclusief BTW van het niet aangegeven werk.

Elke onderaannemer die verzuimt schriftelijk melding te maken van de inschakeling van een of meer onderaannemers, is aan de RSZ een bedrag verschuldigd gelijk aan 5% van het totale bedrag van de aan zijn niet-aangegeven onderaannemer(s) toevertrouwde werkzaamheden.

Andere inhoud die u misschien interessant vindt